Hoe mooi is het als toewijding en professioneel handelen beloond wordt? Ons team van Peuterspeelgroep De Dijkwerkers in Wervershoof heeft op 22 september 2020 bezoek gehad van de GGD-inspecteur en dit heeft geleid tot een prachtig rapport. Onze locatie voldoet aan alle getoetste voorwaarden.
Alle locaties voor kinderopvang worden regelmatig bezocht door een inspecteur van de plaatselijke GGD. Daarna wordt een officieel inspectierapport op de website van Landelijk Register Kinderopvang gezet. De inspecties worden uitgevoerd om te controleren of de locaties voldoen aan alle eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Op de eerste pagina (3) van het officiële rapport staan de belangrijkste gegevens: een overzicht van de algemene kenmerken van de locatie en de geschiedenis.
Tot slot de conclusie: De houder voldoet aan de getoetste voorwaarden.
En een advies aan het College van B&W: Geen handhaving (geen actie nodig).
De werkwijze
De inspecteur bezoekt de locatie en controleert een groot aantal punten. Die punten zijn in een aantal categorieën onder te verdelen waarvan de belangrijkste zijn:
1. Pedagogisch klimaat
De inspecteur bekijkt of in de dagelijkse praktijk wordt voldaan aan vier pedagogische basisdoelen die in de Wet Kinderopvang worden gesteld:
Persoonlijke competenties
Opmerking van de inspecteur:
De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep.
Praktijkvoorbeeld:
Tijdens het inspectiebezoek zijn de kinderen aan het spelen in de verschillende speelhoeken. Een van de kinderen speelt met de Noppes aan een lage tafel. Dit is een spel met verschillende kleuren. De beroepskracht komt naast het kind zitten op een lage stoel. Er ontstaat een interactie moment. "Is dat rood?" vraagt de beroepskracht. "Nee" zegt het kind. De beroepskracht pakt een groen blokje erbij. "Is dit rood?". "Nee, dat is groen" zegt het kind. Een ander kind komt er ook bij staan en laat een ander gekleurd blokje zien. "Geel" zegt het kind. "Dat is heel goed van jou" zegt de beroepskracht. "Zie je nog een gele?" zegt de beroepskracht tegen het andere kind. Het kind kijkt in de bak en pakt er nog een gele bij. De verschillende kleuren worden benoemt. Het kind pakt er nu een blauw blokje bij. "Die vind ik wel lastig, geeft de beroepskracht aan. "Blauw" zegt het kind. Vervolgens komt er een kind bij staan met een zonnebril. "Wat heb jij op je hoofd?" vraagt de beroepskracht. "Een zonnebril" zegt het kind, waarna er meerdere kinderen bij komen staan met een zonnebril. Er wordt op een rustige toon gesproken met de kinderen. Op een later tijdstip tijdens een vrijspel moment, gaat de beroepskracht op de grond zitten bij de kinderen en ze kijkt toe hoe de kinderen spelen. Wanneer ze ziet dat een kind verdrietig raakt, vraagt de beroepskracht wat er aan de hand is. Het kind mist haar mama. De beroepskracht vraagt of het kind op schoot wil zitten. Dit wil het kind wel. Vervolgens staat het kind weer op en wijst de plaatjes met afbeeldingen op een kast aan. De beroepskracht reageert op wat het kind aanwijst en er ontstaat een interactie moment.
Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college
Onder voorschoolse educatie wordt uitvoering van een erkend programma verstaan, dat gericht is op het stimuleren van kinderen in hun ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. De termen voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en voorschoolse educatie (VE) hebben in dezen dezelfde betekenis.
Binnen de organisatie wordt VE geboden middels het programma Startblokken. De organisatie beschikt over beroepskrachten die een relevante opleiding hebben afgerond.
Per week besteedt de houder de verplichte minimale 10 uur aan VE. Het VE programma uit zich middels een gestructureerd dagprogramma dat zichtbaar is in de praktijk. De beroepskrachten toetsen de vorderingen van de VE- indicatie kinderen met een kindvolgsysteem. Elke beroepskracht is mentor van een aantal kinderen en houdt de ontwikkelingen en oudergesprekken bij.
Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.
Bij dit onderwerp gaat de inspecteur na of het personeel over de goede opleiding(en) beschikt en of iedereen die wordt ingezet een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) heeft. Heel belangrijk is of er voldoende medewerkers zijn in verhouding tot het aantal kinderen, de beroepskracht-kindratio. Ook wordt gekeken naar de opbouw en samenstelling van de groepen. Verder kan de inspecteur bijvoorbeeld nagaan of de voorgeschreven voertaal (Nederlands) wordt gebruikt.
Aan de getoetste voorwaarde is voldaan.
Binnen de Wet kinderopvang gelden eisen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd.
Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt.
Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.
Inspectie-items
Het laatste deel van het rapport is gewijd aan een uitgebreide opsomming van alle geïnspecteerde items. Daarbij wordt per punt verwezen naar de bijbehorende documenten, plannen, voorwaarden en wetsartikelen. Met behulp van de inspectie-items kan iedereen precies nagaan welke zaken zijn gecontroleerd en het hoe en waarom van de controles.
Slot
Het rapport sluit af met een overzicht van alle administratieve gegevens van de locatie en de inspectie. Tot slot is er ruimte voor de zienswijze houder kindercentrum. Hierin reageert Berend Botje op de inhoud van het inspectierapport.
Kinderopvang Berend Botje, locatie Peuterspeelgroep De Dijkwerkers in Wervershoof, is trots op dit positieve GGD-inspectierapport. Wij streven ernaar om de kwalitatief best mogelijke kinderopvang te bieden. De conclusies uit het rapport bevestigen dat onze missie, visie en waarden er borg voor staan dat Berend Botje royaal voldoet aan alle wettelijke eisen en regels die aan de kinderopvang worden gesteld. Wij beschouwen de inspecties als een belangrijke ondersteuning van ons eigen beleid. In een steeds veranderende maatschappij is het zaak alert te blijven op nieuwe ontwikkelingen en eisen. Streven naar de hoogste kwaliteit is voor ons daarom een continu proces, waarin de GGD als toezichthouder een belangrijke rol speelt.
Terug naar overzicht