Hoe mooi is het als toewijding en professioneel handelen beloond wordt? Ons team van Peuterspeelgroep De Minimolen in Benningbroek heeft op 28 november 2022 bezoek gehad van de GGD-inspecteur en dit heeft geleid tot een prachtig rapport. Onze locatie voldoet aan alle getoetste voorwaarden.
Alle locaties voor kinderopvang worden regelmatig bezocht door een inspecteur van de plaatselijke GGD. Daarna wordt een officieel inspectierapport op de website van Landelijk Register Kinderopvang gezet. De inspecties worden uitgevoerd om te controleren of de locaties voldoen aan alle eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Op de eerste pagina (3) van het officiële rapport staan de belangrijkste gegevens: een overzicht van de algemene kenmerken van de locatie en de geschiedenis.
Tot slot de conclusie: De houder voldoet aan de getoetste voorwaarden.
En en advies aan het College van B&W: Geen handhaving (geen actie nodig).
De inspecteur bezoekt de locatie en controleert een groot aantal punten. Die punten zijn in een aantal categorieën onder te verdelen waarvan de belangrijkste zijn:
De inspecteur bekijkt of in de dagelijkse praktijk wordt voldaan aan vier pedagogische basisdoelen die in de Wet Kinderopvang worden gesteld:
Persoonlijke competenties
Opmerking van de inspecteur:
De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Kinderen hebben er plezier en zin in; zij voelen zich uitgedaagd (exploratie). Ieder kind krijgt leer-/ervaringskansen.
Praktijkvoorbeeld:
De kinderen hebben samen met de beroepskracht pepernoten gebakken. De kinderen kregen allemaal een stukje deeg en mochten daar zelf een pepernoot van maken. De beroepskracht vertelt vervolgens aan de kinderen dat de pepernoten eerst in de oven moeten en daarna nog moeten afkoelen, voordat de kinderen het op kunnen eten. Als de pepernoten uit de oven gehaald zijn en al een tijdje aan het afkoelen zijn, zegt de beroepskracht "Zullen de pepernoten al zijn afgekoeld? Ik ga even voelen. Ze zijn afgekoeld hoor. Dan gaan we maar even proeven hoe ze geworden zijn. Zullen we eerst allemaal gaan ruiken aan de pepernoten. Ze ruiken zo lekker." De kinderen ruiken allemaal aan de pepernoten en knikken. "Ruikt lekker hè?", zegt de beroepskracht. De kinderen mogen vervolgens allemaal een pepernoot pakken en opeten. "mmmm..." zeggen een aantal kinderen.
Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college
Onder voorschoolse educatie wordt uitvoering van een erkend programma verstaan, dat gericht is op het stimuleren van kinderen in hun ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. De termen voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en voorschoolse educatie (VE) hebben in dezen dezelfde betekenis.
Binnen de organisatie wordt VE geboden middels het programma Startblokken. De organisatie beschikt over beroepskrachten die een relevante opleiding hebben afgerond.
Per week besteedt de houder de verplichte minimale 10 uur aan VE. Het VE programma uit zich middels een gestructureerd dagprogramma dat zichtbaar is in de praktijk. De beroepskrachten toetsen de vorderingen van de VE- indicatie kinderen met een kindvolgsysteem. Elke beroepskracht is mentor van een aantal kinderen en houdt de ontwikkelingen en oudergesprekken bij.
Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.
Bij dit onderwerp gaat de inspecteur na of het personeel over de goede opleiding(en) beschikt en of iedereen die wordt ingezet een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) heeft. Heel belangrijk is of er voldoende medewerkers zijn in verhouding tot het aantal kinderen, de beroepskracht-kindratio. Ook wordt gekeken naar de opbouw en samenstelling van de groepen. Verder kan de inspecteur bijvoorbeeld nagaan of de voorgeschreven voertaal (Nederlands) wordt gebruikt.
Aan de getoetste voorwaarde is voldaan.
Binnen de Wet kinderopvang gelden eisen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd.
Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt.
Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.
Het laatste deel van het rapport is gewijd aan een uitgebreide opsomming van alle geïnspecteerde items. Daarbij wordt per punt verwezen naar de bijbehorende documenten, plannen, voorwaarden en wetsartikelen. Met behulp van de inspectie-items kan iedereen precies nagaan welke zaken zijn gecontroleerd en het hoe en waarom van de controles.
Het rapport sluit af met een overzicht van alle administratieve gegevens van de locatie en de inspectie. Tot slot is er ruimte voor de zienswijze houder kindercentrum. Hierin reageert Berend Botje op de inhoud van het inspectierapport.
Kinderopvang Berend Botje, locatie Peuterspeelgroep De Minimolen in Benningbroek, is trots op dit positieve GGD-inspectierapport. Wij streven ernaar om de kwalitatief best mogelijke kinderopvang te bieden. De conclusies uit het rapport bevestigen dat onze missie, visie en waarden er borg voor staan dat Berend Botje royaal voldoet aan alle wettelijke eisen en regels die aan de kinderopvang worden gesteld. Wij beschouwen de inspecties als een belangrijke ondersteuning van ons eigen beleid. In een steeds veranderende maatschappij is het zaak alert te blijven op nieuwe ontwikkelingen en eisen. Streven naar de hoogste kwaliteit is voor ons daarom een continu proces, waarin de GGD als toezichthouder een belangrijke rol speelt.
Terug naar overzicht